Recht op een Vreemdelingenbewaring Advocaat
De vreemdeling die in bewaring wordt gesteld heeft recht op rechtsbijstand van een vreemdelingenbewaring advocaat. Als de vreemdeling zelf geen advocaat heeft, dan krijgt hij een advocaat toegewezen. De vreemdelingenbewaring advocaat die op dat moment dienst heeft zal de vreemdeling op het politiebureau (of bij de marechaussee) bezoeken en met hem zijn rechten en plichten bespreken.
Een vreemdeling die in bewaring is of wordt gesteld heeft recht op gesubsidieerde rechtsbijstand (pro deo). Dat houdt in dit geval in dat de werkzaamheden van de vreemdelingenbewaring advocaat geheel door de overheid worden betaald. Klik hier voor meer informatie over gesubsidieerde rechtsbijstand.
Beroep tegen het opleggen van de vreemdelingenbewaring
De vreemdelingenbewaring advocaat stelt beroep in tegen de inbewaringstelling bij de rechtbank. De rechtbank behandelt het beroep tegen de vreemdelingenbewaring zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen twee weken) en beoordeelt of de inbewaringstelling rechtmatig is.
Als de rechtbank oordeelt dat de inbewaringstelling rechtmatig is geweest dan mag de vreemdeling vastgehouden worden in detentie. Vanuit detentie werkt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) samen met de vreemdeling aan zijn terugkeer.
De DT&V is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Nederlandse terugkeerbeleid.
Voorwaarden vreemdelingenbewaring
Als een vreemdeling geen rechtmatig verblijf (meer) heeft in Nederland, dan moet hij uit eigen beweging terugkeren naar zijn land van herkomst. Doet hij dit niet? Dan kan hij onder bepaalde voorwaarden in vreemdelingenbewaring worden gesteld.
De vreemdelingenbewaring is een maatregel om de vreemdeling onder toezicht te houden terwijl de overheid probeert om het vertrek van de vreemdeling te regelen. Er moet sprake zijn van een risico dat de vreemdeling zich anders aan toezicht zal onttrekken.
Vreemdelingenbewaring moet worden gezien als een uiterst middel dat kan worden toegepast als vast is komen te staan dat de vreemdeling die illegaal in Nederland verblijft niet zelfstandig zal vertrekken. Vreemdelingenbewaring mag niet worden gebruikt om de illegale vreemdeling te straffen.
Er moet zicht zijn op uitzetting. Als vaststaat dat de terugkeer van de vreemdeling niet gerealiseerd kan worden (bijvoorbeeld omdat een land weigert onderdanen terug te nemen), dan mag de vreemdeling niet in bewaring worden gesteld.
Duur van de vreemdelingenbewaring
De duur van de vreemdelingenbewaring is maximaal zes maanden. Deze termijn kan onder omstandigheden worden verlengd met twaalf maanden. De vreemdeling ontvangt dan een verlengingsbesluit. De vreemdelingenbewaring kan verlengd worden als de vreemdeling niet meewerkt aan zijn vertrek of als de benodigde reisdocumenten nog niet zijn ontvangen.
Beroep tegen het voortduren van de vreemdelingenbewaring
Hoewel de vreemdelingenbewaring niet als straf mag worden gebruikt door de overheid, voelt het voor de vreemdeling wel als een straf. De vreemdeling zit vaak maanden vast zonder ooit een strafbaar feit te hebben begaan.
De DT&V moet er alles aan doen om de vreemdelingenbewaring zo kort mogelijk te laten duren. Oftewel, de DT&V moet voortvarend handelen. De vreemdeling mag niet onnodig lang vast zitten. De vreemdelingenbewaring advocaat ziet hier op toe. De vreemdelingenbewaring advocaat controleert daarnaast of er nog wel zicht op uitzetting is binnen een redelijke termijn.
De vreemdelingenbewaring advocaat kan op elk moment gedurende de periode van vreemdelingenbewaring een beroepschrift indienen bij de rechtbank. De rechtbank doet dan een uitspraak over de rechtmatigheid van het voortduren van de vreemdelingenbewaring.
Als de rechtbank van mening is dat er geen concreet zicht op uitzetting (meer) is wordt de vreemdelingenbewaring opgeheven. Als de rechtbank meent dat de DT&V onvoldoende voortvarend handelt wordt de vreemdelingenbewaring ook opgeheven. De vreemdeling is dan nog wel steeds verplicht om terug te keren naar zijn land van herkomst. Van gedwongen terugkeer is dan (tijdelijk) geen sprake meer.